Pulpapoliep: NRC mislukt?

Tandartspraktijk, Feb 2011

René Gruythuysen

A PDF file should load here. If you do not see its contents the file may be temporarily unavailable at the journal website or you do not have a PDF plug-in installed and enabled in your browser.

Alternatively, you can download the file locally and open with any standalone PDF reader:

http://link.springer.com/content/pdf/10.1007%2Fs12496-011-0021-2.pdf

Pulpapoliep: NRC mislukt?

Iedere behandeling kan een niet-beoogd gevolg hebben, ook niet-restauratieve caviteitsbehandeling (NRC). Betekent dit dan dat de behandeling is mislukt? Is de communicatie mislukt? Het oordeel daarover is aan de lezer. Onderstaande observatie door n behandelaar strekt zich uit over een periode van vier jaar met een onderbreking van twee jaar. door Ren Gruythuysen D intake komt. Ze is verwezen omdat het de tandarts ECEMBER 2004. MAAIKE IS 4 JAAR ALS ZE VOOR DE niet lukt de diepcarieuze laesies van de 55 en 75 te behandelen. Hij verzoekt om terugverwijzing na behandeling. Vanwege het expliciete behandelverzoek worden er geen bitewings gemaakt. Maaike, die een zusje van 12 jaar heeft, verkleedt zich graag. Daarnaast houdt ze van gym en ballet. Kortom, in alle opzichten een echt meisje: ze is lief maar kan ook heel koppig zijn als ze haar zinnetje niet krijgt. Toch kan ze als het moet ook heel hard voor zichzelf zijn. Uit de medische anamnese komt naar voren dat er enige tijd geleden een metalen splinter uit haar oog is verwijderd. De mondhygine is heel redelijk. De carislaesies worden mede toegeschreven aan hypomaturatie van het glazuur. Maaike wordt voorbereid op de restauratieve behandeling en met name op het door veel kinderen gehate prikje. Ze leert hoe ze daarvoor thuis kan oefenen en zo kan wennen aan het gevoel dat het prikje geeft, namelijk door met haar nagels Dr. R.J.M. Gruythuysen is onderzoeker en PAOT-docent kindertandheelkunde/cariologie. Het accent ligt daarbij op verantwoorde, kindvriendelijke, terughoudende carisbehandeling. Zijn aandachtsvelden in onderzoek zijn: behandeling van diepe caris en niet-restauratieve caviteitsbehandeling (NRC). Daarnaast is hij betrokken bij de landelijke richtlijnontwikkeling in de kindertandheelkunde. Bijgaand casus 28 over zijn aanpak in de kindertandheelkunde. - Januari 2005 De 55 wordt voorzien van een voorgevormde kroon. Dat gaat helaas gepaard met veel verdriet, overigens zonder dat de behandeling hierdoor ernstig wordt vertraagd. De communicatie daarover verloopt goed. Een week later meldt moeder dat de kies met de kroon temperatuurgevoelig is bij het Afb. 4a Bitewing rechts 11-3-2008: goed passende voorgevormde kroon 55 na 3 jaar; de temperatuurgevoeligheid kort na plaatsing was na 14 dagen verdwenen. Afb. 4b Bitewing links 11-3-2008: de combinatie partile pulpotomie/indirecte overkapping in de 75 is na drie jaar succesvol te noemen. eten, daarna niet meer. Uitgelegd wordt dat dit meestal overgaat, zoniet dan moet contact worden opgenomen. Er wordt vervolgens geprobeerd de occlusaal diepcarieuze 75 indirect te overkappen, maar tijdens het excaveren met een gekoelde boor van de glazuur/dentinegrens blaast de spray van de boor het carieuze weefsel in het centrale deel van de caviteit weg. Daarbij treedt een expositie van de pulpa op. Er volgt een lokale partile pulpotomie. Dat wil zeggen: alleen op de plek van de expositie wordt alle caris verwijderd, het resterende carieuze dentine wordt alsnog indirect overkapt. Na het aanbrengen van een laag Vitrebond wordt de 75 gerestaureerd met compomeer. Maaike is en blijft verdrietig maar laat zich redelijk goed behandelen. Na behandeling wordt Maaike terugverwezen conform het verzoek van de eigen tandarts. Twee jaar later wordt Maaike opnieuw verwezen. Februari 2007 De reden van verwijzing is nu een diepe occlusale laesie in de 65. Maaike heeft nog steeds grote moeite met invasieve behandeling. De optie NRC wordt besproken. Moeder en dochter gaan akkoord hiermee. De laesie wordt verder geopend met een ART-instrument (afb. 1). Er wordt gedemonstreerd hoe de laesie kan worden gereinigd met een single tufted borstel. De consequentie is dat moeder napoetst. September 2007 De carislaesie in de 65 is nog te actief (afb. 2). Maaike liet al snel haar moeder niet meer napoetsen (zie kadertekst op pag. 39). Dit wordt in alle rust besproken, ook de risicos van ongewijzigd gedrag. Het wordt begrepen en moeder zegt dat eerder terugkomen dan na een half jaar niet nodig is. den. Moeder en dochter worden met het resultaat geconfronteerd en daarna wordt de situatie besproken. Het koppige karakter van Maaike is volgens de moeder een belangrijke reden. Ze werkt thuis onvoldoende mee. Moeder en dochter vernemen dat de kans op klachten nu wel erg groot is geworden (afb. 3a). Toch wordt in onderling overleg besloten de ingeslagen weg te vervolgen. De laesie wordt door beslijping verder toegankelijk gemaakt (afb. 3b). Er worden bitewings gemaakt om verrassingen op andere plekken uit te sluiten (afb. 4a-b). Die zijn er niet. De kroon op de 55 en de diepe carisbehandeling van de 75 van iets meer dan drie jaar geleden zijn vooralsnog succesvol. Behalve de 65 zijn er geen nieuwe carislaesies. Er zijn geen klachten. De afspraak voor een half jaar later wordt afgezegd wegens ziekte. Maaike wordt daardoor pas na negen maanden teruggezien. December 2008 Er zijn geen klachten. Bij mondonderzoek wordt geconstateerd dat het carisproces is (...truncated)


This is a preview of a remote PDF: http://link.springer.com/content/pdf/10.1007%2Fs12496-011-0021-2.pdf

René Gruythuysen. Pulpapoliep: NRC mislukt?, Tandartspraktijk, 2011, pp. 35-39, Volume 32, Issue 2, DOI: 10.1007/s12496-011-0021-2