De prijs van de vrede. De Nederlandse inbreng in het Europees Concert, 1815-1818

BMGN - Low Countries Historical Review, Mar 2018

Na het Congres van Wenen 1815 gingen de geallieerden niet naar huis, maar onderhandelden verder in Parijs – onder meer over de hoogte van de reparaties en achterstallige schulden die Frankrijk nog aan de overige Europese landen diende te betalen. De nieuwe vrede rustte ook op financiële zekerheid. Het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden speelde in die onderhandelingen een grote rol, want het was via particuliere vorderingen op Frankrijk de grootste crediteur van dit land. In dit artikel laten we zien hoe als één van de bijkomstigheden  van denieuwe ‘concertdiplomatie’ van 1815 kleinere mogendheden als Nederland met de ‘groten’ mee konden praten. Het politieke steekspel rondom die financiële beraadslagingen en schadeloosstellingen is nog niet eerder in kaart gebracht. Aan de hand van nog niet eerder onderzochte bronnen, de protocollen van de Parijse Ministersconferentie, laten we zien hoe groot de invloed van een ‘minder machtig’ land kon zijn, mits er goede financiële experts werden ingezet. En hoeveel politiek en financieel gewin dat kon opleveren.   After the Vienna Congress in 1815, the Allied ministers did not return home, but continued their negotiations in Paris. They deliberated on the measure of reparation payments and arrear payments that France owed to the other European states. The new peace also rested on financial securities. The United Kingdom of the Netherlands assumed a large part in these conferences, since through the mass of private claims it was France’s largest creditor. In this article we demonstrate how, as one of the essentials of the new concert diplomacy of 1815, smaller powers such as the Netherlands were allowed to weigh in on the Four Powers’ deliberations in Paris. The political conundrums regarding these financial securities and reparationshave not been charted and analysed before. Through previously unstudied sources,such as the minutes of the Paris Ministerial Conference, we discuss the influence a secondary power could exert provided they deployed smart financial experts. Under that condition large political and financial gains could be made. * The research leading to these results has received funding from the European Research Council under the European Union's Seventh Framework Programme (FP/2007-2013) / ERC Grant Agreement n.615313.

A PDF file should load here. If you do not see its contents the file may be temporarily unavailable at the journal website or you do not have a PDF plug-in installed and enabled in your browser.

Alternatively, you can download the file locally and open with any standalone PDF reader:

http://www.bmgn-lchr.nl/articles/10.18352/bmgn-lchr.10479/galley/11484/download/

De prijs van de vrede. De Nederlandse inbreng in het Europees Concert, 1815-1818

Articles De prijs van de vrede. De Nederlandse inbreng in het Europees Concert, 1815-1818 Authors: Beatrice de Graaf , Universiteit Utrecht, NL X close Mieke van Leeuwen-Canneman NL X close Abstract Na het Congres van Wenen 1815 gingen de geallieerden niet naar huis, maar onderhandelden verder in Parijs – onder meer over de hoogte van de reparaties en achterstallige schulden die Frankrijk nog aan de overige Europese landen diende te betalen. De nieuwe vrede rustte ook op financiële zekerheid. Het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden speelde in die onderhandelingen een grote rol, want het was via particuliere vorderingen op Frankrijk de grootste crediteur van dit land. In dit artikel laten we zien hoe als één van de bijkomstigheden  van denieuwe ‘concertdiplomatie’ van 1815 kleinere mogendheden als Nederland met de ‘groten’ mee konden praten. Het politieke steekspel rondom die financiële beraadslagingen en schadeloosstellingen is nog niet eerder in kaart gebracht. Aan de hand van nog niet eerder onderzochte bronnen, de protocollen van de Parijse Ministersconferentie, laten we zien hoe groot de invloed van een ‘minder machtig’ land kon zijn, mits er goede financiële experts werden ingezet. En hoeveel politiek en financieel gewin dat kon opleveren.   After the Vienna Congress in 1815, the Allied ministers did not return home, but continued their negotiations in Paris. They deliberated on the measure of reparation payments and arrear payments that France owed to the other European states. The new peace also rested on financial securities. The United Kingdom of the Netherlands assumed a large part in these conferences, since through the mass of private claims it was France’s largest creditor. In this article we demonstrate how, as one of the essentials of the new concert diplomacy of 1815, smaller powers such as the Netherlands were allowed to weigh in on the Four Powers’ deliberations in Paris. The political conundrums regarding these financial securities and reparationshave not been charted and analysed before. Through previously unstudied sources,such as the minutes of the Paris Ministerial Conference, we discuss the influence a secondary power could exert provided they deployed smart financial experts. Under that condition large political and financial gains could be made. * The research leading to these results has received funding from the European Research Council under the European Union's Seventh Framework Programme (FP/2007-2013) / ERC Grant Agreement n.615313. Keywords: Congress of Vienna ,   Netherlands ,   diplomatie ,   Congres van Wenen ,   Nederlandse geschiedenis   How to Cite: de Graaf, B. & van Leeuwen-Canneman, M., (2018). De prijs van de vrede. De Nederlandse inbreng in het Europees Concert, 1815-1818. BMGN - Low Countries Historical Review. 133(1), pp.22–52. DOI: http://doi.org/10.18352/bmgn-lchr.10479 151 Views 46 Downloads   Published on 26 Mar 2018 Peer Reviewed Introductie In de zomer van 1815 streken talloze vorsten, politici, diplomaten, militairen en ambtenaren met hun entourages neer in Parijs. Het Napoleontische tijdperk zou, na de ondertekening van de slotakte van het Congres van Wenen (9 juni) en de overwinning op Napoleon bij Waterloo (18 juni), definitief worden afgesloten met een nieuw vredesverdrag: de Tweede Vrede van Parijs (20 november). Dat was ruim een jaar na de Eerste Vrede van Parijs van 30 mei 1814. Het bijzondere aan deze naoorlogse periode was dat de vrede niet alleen per verdrag werd beklonken, maar dat de gesprekken en onderhandelingen, die in Wenen intensief waren gevoerd, nog een aantal jaren werden voortgezet.1 Ook kleinere landen – en dat waren er nogal wat – konden tot op zekere hoogte hierbij meespreken. In dit artikel willen we onderzoeken hoe het kwam dat Nederland op zo’n hoog niveau in Parijs mee wist te spelen, hoe substantieel de prijs van de vrede was die Frankrijk moest betalen, en hoe Nederland die wist op te strijken. De Tweede Vrede van Parijs berustte op een serie gezamenlijke afspraken van de geallieerden (vastgelegd in de Verdragen van Chaumont [1 maart 1814], het militaire bijstandsverdrag van Wenen [25 maart 1815] en de Slotakte van Wenen [9 juni 1815], die met de lessen van 1814 en de terugkeer van Napoleon in hun achterhoofd beseften dat een papieren verdrag geen blijvende rust en veiligheid verzekerde. De vier grote mogendheden besloten daarom na het militaire capitulatieverdrag met Frankrijk, op 3 juli 1815, voorlopig in de Franse hoofdstad te blijven – met hun legers, en met hun hoogste ministers. De naoorlogse vrede moest – in een opmerkelijke parallel met de vrede van 1945 – immers nog werkelijk gestalte krijgen, en wel door de activiteiten van een Geallieerde Raad, die vijf doelstellingen nastreefde: debonapartisering2, demilitarisering, het tegengaan van nieuwe revolutionaire onlusten, stabilisering (of Bourbonisering) en het afd (...truncated)


This is a preview of a remote PDF: http://www.bmgn-lchr.nl/articles/10.18352/bmgn-lchr.10479/galley/11484/download/

Beatrice de Graaf, Mieke van Leeuwen-Canneman. De prijs van de vrede. De Nederlandse inbreng in het Europees Concert, 1815-1818, BMGN - Low Countries Historical Review, 2018, pp. 22-52, Volume 133, Issue 1, DOI: 10.18352/bmgn-lchr.10479