Mondbacteriën en pancreaskanker

Tandartspraktijk, Nov 2011

Bohn Stafleu van Loghum

A PDF file should load here. If you do not see its contents the file may be temporarily unavailable at the journal website or you do not have a PDF plug-in installed and enabled in your browser.

Alternatively, you can download the file locally and open with any standalone PDF reader:

http://link.springer.com/content/pdf/10.1007%2Fs12496-011-0147-2.pdf

Mondbacteriën en pancreaskanker

0 Farrell JJ , Zhang L, Zhou H, Cjia D, Elashoff D, Akin D, Paster BJ , Joshipu- ra K, Wong DTW. Variations of oral microbiota are associated with pan- creatic diseases including pancreatic cancer Gut j 2011 Oct 12. [Epub ahead of print]. Fernandez del Castillo C, Jimenez RE. Epidemiology and risk factors for exocrine pancreatic cancer. UpToDate 2011 , versie 19.2: Mei 1 Milsom KM , Blinkhorn AS, Walsh T, Worthington HV, Kearney-Mitchell P, Whitehead H , Tickle M. A cluster-randomized controlled trial: fluoride varnish in school children. J Dent Res 2011;90(11):1306-1311 Het vrkomen van caris bij kinderen in West-Europa is in de afgelopen 30 jaar sterk gedaald, maar blijft desondanks nog steeds een omvangrijk probleem. Preventieprogramma's die via scholen worden uitgevoerd, zouden wellicht een verdere bijdrage kunnen leveren aan het oplossen van dit probleem. - Een Cochrane systematische review uit 2002 liet zien dat fluoridelak caris in zowel melkelementen als blijvende elementen van kinderen kan voorkomen. Omdat het appliceren van fluoridelak een eenvoudig ingreep is, zou deze mogelijk interessant kunnen zijn om grootschalig (landelijk) in te zetten, bijvoorbeeld via de scholen. Een aantal Britse onderzoekers onderzocht of het mogelijk is om fluoridelak via een preventieprogramma op school grootschalig aan te bieden aan kinderen in een risicoleeftijd, en wat de effecten daarvan zijn. In totaal 190 scholen in de regio Oost-Lancashire in Engeland deden mee aan het onderzoek. Het gebied kent een hoog cariscijfer en er is geen drinkwaterfluoridering. Via de 190 scholen werden 3133 kinderen bereid gevonden mee te doen aan het onderzoek. Alle kinderen waren in de leeftijd van 7-8 jaar. Via randomisatie werden twee groepen gevormd. En groep kreeg 3 keer per jaar, 3 jaar lang fluoridelak in de vorm van een druppel (0,1 ml) Duraphat op de eerste blijvende molaren. De andere groep kreeg niets. Gekeken werd naar het verschil in DMS- en DMT-getallen in de groepen. Na drie jaar bleek dat in beide groepen het DMS- en DMT-getal in gelijke mate was toegenomen. Statistisch werden er geen verschillen gevonden tussen beide groepen. Concluderend stellen de onderzoekers dat er geen aanwijzingen zijn voor een carispreventieve werking van een grootschalige 22.600 ppm fluoridelakapplicatie op de eerste blijvende molaar. COMMENTAAR TP: Er is een verschil in wat statistisch significant is en wat klinisch relevant is. Anders gezegd: theorie en praktijk kunnen nogal verschillen. De systematische review van de Cochrane Collaboration (wat geldt als zeer overtuigend wetenschappelijk bewijs) suggereert dat fluoridelak werkzaam is, terwijl dit goed opgezette onderzoek laat zien dat deze interventie via een grootschalig programma niet werkzaam is. Omdat 12 kinderen in de testgroep (van 1473 kinderen) last kregen van matige bijwerkingen op de lak, geldt het adagium baat het niet dan schaadt het niet hier zeker niet. We moeten onze pijlen op een andere manier van preventie richten. dr.J.J.R. Huddleton Slater Dit artikel zoekt naar microbiologische verschillen tussen patinten met een pancreascarcinoom of een chronische pancreatitis en gezonde volwassenen. De opzet bestond uit drie fasen. Ten eerste het vaststellen van de variatie aan microben in het speeksel tussen 10 patinten met een verwijderbaar pancreascarcinoom en 10 gematchte gezonde controles. In de tweede fase identificatie en verificatie van de bacterin met een kwantitatieve PCR (qPCR) en ten slotte de validatie van de bacterin door een qPCR bij 28 kankerpatinten en 27 patinten met een chronische pancreatitis met 28 gematchte gezonde controles. Een significant verschil werd gevonden tussen de bacterin in het speeksel bij patinten met een pancreascarcinoom en de gezonde controles. Een toename vond plaats van 31 species bij de kankerpatinten (n=10) ten opzichte van hun controles (n=10), terwijl 25 species afnamen. Bij aanvullend onderzoek bleken de Neisseria elongata en de Streptococcis mitis een significante verandering te tonen bij carcinoomgroep ten opzichte van de controles, terwijl dit voor de chronische pancreatitis patinten de Granulicatella adiacens en de Streptococcus mitis betrof. De conclusies. Er bestaat een associatie tussen de variatie aan micro-organismen in het speeksel van patinten met een pancreascarcinoom en chronische pancreatitis enerzijds en gezonde controles anderzijds. Men stelt dat het bepalen van de microbiologische samenstelling van het speeksel, als niet-invasieve techniek, een biomarker kan zijn voor opsporen van systeemziekten. COMMENTAAR TP: Heel voorzichtig gesteld: het ontbreekt in dit stuk aan iedere kritische opstelling ten opzicht van de patintenpopulatie. Pancreascarcinomen verschillen evenals chronische pancreatiden. De relatie tussen beide die wordt aangenomen in dit stuk, is voorbarig. Alleen bij de zeldzame hereditaire vorm van chronisch pancreatitis lijkt er een dergelijk verband te bestaan. Bij de inclusie-/exclusiecriteria is geen (...truncated)


This is a preview of a remote PDF: http://link.springer.com/content/pdf/10.1007%2Fs12496-011-0147-2.pdf

Bohn Stafleu van Loghum. Mondbacteriën en pancreaskanker, Tandartspraktijk, 2011, pp. 52, Volume 32, Issue 11, DOI: 10.1007/s12496-011-0147-2