Hulpverleners onwel door chemische stof

Skipr, Oct 2015

Een zwaargewonde man wordt binnengebracht op de spoedeisende hulp van het Flevoziekenhuis in Almere. Daar krijgen de medewerkers prikkende ogen en last van hun luchtwegen. Ze slaan direct alarm.

A PDF file should load here. If you do not see its contents the file may be temporarily unavailable at the journal website or you do not have a PDF plug-in installed and enabled in your browser.

Alternatively, you can download the file locally and open with any standalone PDF reader:

http://link.springer.com/content/pdf/10.1007%2Fs12654-015-0151-5.pdf

Hulpverleners onwel door chemische stof

Hulpverleners onwel door chemische stof Een zwaargewonde man wordt binnengebracht op de spoedeisende hulp van het Flevoziekenhuis in Almere. Daar krijgen de medewerkers prikkende ogen en last van hun luchtwegen. Ze slaan direct alarm. Door Peter van Steen nr. 9 - 10 • oktober 2015 • Skipr 53 - Na de brand De feiten Wat: chemische besmetting Waar: Flevoziekenhuis, Almere Wanneer: 9 maart 2014 Geleerde les: eigen veiligheid eerst B Bezoekers die op zondagmiddag 9 maart 2014 aanbellen bij een huis in de Kaneelstraat in Almere, staan voor een dichte deur. Bij nadere inspectie blijkt dat er iemand op de grond ligt. Onmiddellijk worden hulpverleners gewaarschuwd. Die treffen in de woning een dode en een zwaargewonde aan. De zwaargewonde wordt met een ambulance naar de spoedeisende hulp van het Flevoziekenhuis in Almere gebracht. Kort daarna krijgen enkele medewerkers daar prikkende ogen en last van hun luchtwegen. Ambulancemedewerkers en politieagenten die in de woning zijn geweest, krijgen dezelfde klachten. De conclusie luidt dat er een chemische stof is gebruikt. Meteen wordt groot alarm geslagen. Ook de brandweer en de Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de regio (GHOR) worden erbij gehaald. De spoedeisende hulp wordt afgesloten en de ambulancehal wordt als noodhospitaal ingericht. De politie bakent het besmette gebied af. Zolang niet bekend is om welke stof het gaat, mag er niemand in of uit. Pas enkele uren later wordt vastgesteld dat het om chloorgas gaat. Het slachtoffer heeft geprobeerd zijn leven te beëindigen door bleekwater te drinken. Omdat ook andere middelen zijn ingenomen, hebben de hulpverleners de geur niet herkend. “Wij waren in die tijd juist een beleid aan het voorbereiden om met dit soort incidenten om te gaan”, vertelt Louis Vos, bedrijfsleider spoedeisende hulp van het Flevoziekenhuis. “We werden dus door de tijd ingehaald. In de wereld van rampen en incidenten zijn verschillende procedures in gebruik. Je hebt het ZiROP, het Ziekenhuis Rampenopvangplan, voor grootschalige incidenten, en in het verlengde daarvan het beleid bij CBRN-incidenten: chemische, biologische, radiologische en nucleaire incidenten. Deze kunnen ook grootschalig zijn, bijvoorbeeld in het Botlekgebied, maar in onze omgeving richten wij ons op kleinschalige incidenten, met name ongevallen met landbouwgif.” Ketenbreed “Inmiddels zijn vijf teamleden tot CBRN-expert getraind, onder wie een van de artsen op de spoedeisende hulp. Zij gaan de rest van het team trainen. We hebben hiervoor ook speciale materialen aangeschaft, waaronder pakken, gasmaskers, handschoenen, een tent en een warmwaterinstallatie. De GHOR en de GGD hebben het initiatief genomen om de training ketenbreed op te gaan zetten.” Volgens Vos zou het bleekwaterincident volgens de CBRNprocedure niet helemaal anders zijn aangepakt, “Maar voor de teamleden in ieder geval wel veiliger”, zo zegt hij. “Ik was dan veel geruster geweest. De gouden regel bij dit soort incidenten is: eigen veiligheid eerst!” (...truncated)


This is a preview of a remote PDF: http://link.springer.com/content/pdf/10.1007%2Fs12654-015-0151-5.pdf

Peter van Steen. Hulpverleners onwel door chemische stof, Skipr, 2015, pp. 53, Volume 8, Issue 9-10, DOI: 10.1007/s12654-015-0151-5