Muurbloem met oren en ogen

Pallium, Nov 2016

Vanaf 2017 komt een extra potje geoormerkt geld beschikbaar voor coördinatie en scholing van vrijwilligers in de palliatieve terminale zorg. Staatssecretaris Van Rijn van Volksgezondheid, Welzijn en Sport breidt de bestaande PTZ-subsidie namelijk uit naar de inzet van vrijwilligers in instellingen die worden gefinancierd uit de Wet langdurige zorg (de opvolger van de AWBZ) zoals verpleeg- en verzorgingshuizen, instellingen voor gehandicaptenzorg en geestelijke gezondheidszorg.

A PDF file should load here. If you do not see its contents the file may be temporarily unavailable at the journal website or you do not have a PDF plug-in installed and enabled in your browser.

Alternatively, you can download the file locally and open with any standalone PDF reader:

https://link.springer.com/content/pdf/10.1007%2Fs12479-016-0071-0.pdf

Muurbloem met oren en ogen

- Vanaf 2017 komt een extra potje geoormerkt geld beschikbaar voor coördinatie en scholing van vrijwilligers in de palliatieve terminale zorg. Staatssecretaris Van Rijn van Volksgezondheid, Welzijn en Sport breidt de bestaande PTZ-subsidie namelijk uit naar de inzet van vrijwilligers in instellingen die worden gefinancierd uit de Wet langdurige zorg (de opvolger van de AWBZ) zoals verpleeg- en verzorgingshuizen, instellingen voor gehandicaptenzorg en geestelijke gezondheidszorg. Het tarief van de vergoeding wordt voor de verlengde duur van de regeling tot 2022 bovendien jaarlijks met 3 procent verhoogd. In zijn zogenaamde ‘voorhangbrief ’ aan de Tweede Kamer spreekt de staatssecretaris van “verbreding van het bereik van de bestaande regeling”. Tot nu toe werden kosten van coördinatie en scholing van VPTZ-vrijwilligers immers uitsluitend gesubsidieerd bij inzet in hospices of bij ambulante inzet, dus bij de zieken thuis. Wel bestaan er al enkele samenwerkingsprojecten tussen lokale VPTZ-kringen en residentiële zorgverleners, maar daarbij neemt die laatste partij zélf de gederfde PTZ-vergoeding voor haar rekening. Deze maatregel, die overigens deel uitmaakt van een veel breder pakket van wijzigingen in de PTZ-subsidieregeling, kreeg in de landelijke pers slechts een piepkleine vermelding, maar is naar mijn mening een nieuwe mijlpaal op weg naar erkenning van palliatieve zorg in het algemeen, en de plek van vrijwilligers daarin in het bijzonder. Bij gelegenheid van het 30-jarig bestaan van VPTZ schreef ik in Pallium nummer 1 van 2014 dat palliatieve zorg naar oorsprong geen medisch specialisme was, en dat het dat pas sinds luttele jaren aan het worden is. Ik knoopte er de vraag aan vast of vrijwilligers ‘slechts’ wegbereiders zijn geweest, waarna erkenning van hun pionierswerk vooral bleek uit professionalisering en structurele financiering van dit werkveld, of dat de eigenstandige waarde van de inzet van vrijwilligers onverminderd geldt. Niet dat ik daar de hand in had, maar ik had deze vragen nauwelijks gesteld, of VPTZ gaf aan Anne Goossensen de opdracht antwoorden op juist die vragen te vinden. Zij zoekt in haar werk wegen naar humanisering van de zorg en stelt in haar uitvoering van de VPTZ-opdracht het begrip ‘waardigheid’ centraal. Na inventarisatie van nationale en internationale publicaties op het gebied van palliatie, zal ze instrumenten ontwikkelen om ‘de opbrengst’ van vrijwilligerswerk kenbaar en meetbaar te maken. Omdat vrijwilligers nu eenmaal geen professionals zijn, verwacht ze dat het nodig is nieuwe begrippen en begripsinhouden te ontwikkelen om die eigenstandige waarde te verwoorden. Ik kan nauwelijks wachten op de bevindingen uit haar langlopende onderzoek. Eerder heb ik in columns wel aangegeven dat ik vond dat VPTZ een te bescheiden publiek en politiek profiel heeft, terwijl die 11.000 uitvoerende vrijwilligers, hun talloze ingezette uren, die 220 lokale organisaties, die honderden besturen en steunstichtingen na 30 jaren in elke Nederlandse huiskamer sporen nagelaten moeten hebben. Nu komen de VPTZ-vrijwilligers dus ook naar de gevestigde zorg, naar gezinsvervangende tehuizen, palliatieve units in verpleeghuizen, grote en kleinschalige woon/zorgvoorzieningen. Wim van de Graaf (1948) is maatschappelijk werker. ‘De subsidie is een nieuwe mijlpaal op weg naar erkenning van palliatieve zorg in het algemeen, en de plek van vrijwilligers daarin in het bijzonder’ Mijn eigen rol als ambulante VPTZ-vrijwilliger heb ik onlangs in een interview benoemd als “muurbloem met oren en ogen”. Ik ben benieuwd welke termen Anne Goossensen me gaat aanreiken om die rol preciezer te benoemen. (...truncated)


This is a preview of a remote PDF: https://link.springer.com/content/pdf/10.1007%2Fs12479-016-0071-0.pdf

Wim van de Graaf. Muurbloem met oren en ogen, Pallium, 2016, pp. 13, Volume 18, Issue 5, DOI: 10.1007/s12479-016-0071-0