Initiatief Comprehensive Prostate Cancer Network (CPCN) in Zuidoost Nederland
Initiatief Comprehensive Prostate Cancer Network (CPCN) in Zuidoost Nederland
Jean-Paul A. van Basten 0 1 2 3
Rik M. Somford 0 1 2 3
Joost de Baaij 0 1 2 3
Michiel Sedelaar 0 1 2 3
Eric Vrijhof 0 1 2 3
0 afdeling Urologie, Catharina ziekenhuis Santeon , Eindhoven , Nederland
1 afdeling Urologie, Radboud Universitair Medisch Centrum , Nijmegen , Nederland
2 afdeling Urologie , Canisius-Wilhelmina ziekenhuis Santeon, Nijmegen , Nederland
3 Initiative Comprehensive Prostate Cancer Network in South-East Netherlands
The current diagnostics and therapies of prostate cancer is complex. Complex interventions such as robotassisted radical prostatectomies require concentration in order to achieve a measurable optimal quality level. Volume is necessary to implement and evaluate short-cyclical quality improvements. In addition, volume is needed to provide continuous insight to all involved medical and nursing care professionals and to create an optimal logistic and quality structure. In regional Comprehensive Prostate Cancer Networks (CPCNs) care is concentrated where necessary and close to home if possible. In addition, there is an emphatic role for each hospital member, in collaboration with the first line. The starting point of a CPCN is to provide the same level of care at all locations within this network, through information uniformity, diagnostics, care paths, participation in quality indicators, including Patient Reported Outcome Measures (PROMs), continuous monitoring, quality improvement and science. Collaboration on the medical care lines offers not only benefits for the patient, but also for the participating agencies. Such cooperation is cost-effective and will reduce overdiagnostics and unnecessary treatment. Improvement of outcomes and processes, and cost control, are realized according to Santeon's value
-
based health care methodology. This article describes the
initiatives in our region, which together form a first step
towards such a CPCN.
Keywords prostate cancer network · regionalization ·
value based health care
Introductie
“Bijwerkingen van de operatieve behandeling van
prostaatkanker kunnen aanzienlijk beperkt worden wanneer de
behandeling wordt geconcentreerd in een beperkt aantal
centra. In de Martini-Klinik in Hamburg is daarvan al een best
practice beschikbaar. Jaarlijks komen daar 2200 gevallen
binnen”, meldde CZ-bestuursvoorzitter Wim van der
Meeren vorig jaar [
1
]. Aansluitend volgde op 14 juli een
persbericht van Santeon, met de mededeling dat deze
ziekenhuisketen in samenwerking met het ErasmusMC en
Radboudumc zal starten met het concentreren van de radicale
prostatectomieën op een beperkt aantal locaties binnen haar
netwerk [
2
].
In heel Nederland werden in 2016 rond de 2100
radicale prostatectomieën uitgevoerd. Minder dus dan in de
Martini-Klinik in Hamburg. Slechts zeven Nederlandse
ziekenhuizen voerden vorig jaar meer dan 100 van dergelijke
operaties uit [
3
]. De Nederlandse Vereniging voor
Urologie (NVU) hanteert als minimum volumenorm 20 radicale
prostatectomieën per ziekenhuis. Dat aantal is te laag om
betrouwbaar de uitkomsten te kunnen meten en vergelijken,
laat staan kortcyclisch te evalueren en te verbeteren. De
NVU heeft derhalve, op instigatie van de Werkgroep
Oncologische Urologie (WOU), alsmede op aandringen van
Zorgverzekeraars Nederland (ZN) en de Prostaat Kanker
Stichting (PKS), de volumenorm met ingang van 1 januari
2018 op minimaal 50 ingrepen per ziekenhuis gesteld.
Dat bij het vaker uitvoeren van complexe
behandelingen, zoals een robotgeassisteerde radicale prostatectomie
(RARP), de ervaring van het chirurgische team groter
wordt en daardoor de operatie-uitkomsten beter zullen zijn,
is aannemelijk [
4
]. De leercurve voor de complexe
(robot)operatie is immers lang en dat betekent dat je veel
ingrepen moet doen om ten aanzien van uitkomsten een
plateaufase te bereiken. Het exacte aantal om de leercurve
voor RARP te doorlopen, is onbekend, en waarschijnlijk
afhankelijk van training, mate van expositie, intensiteit van
de begeleiding en het talent van de operateur. Een recente
analyse van 140.671 patiënten die tussen 2009 en 2011 in
de Verenigde Staten een RARP ondergingen, liet zien dat
een volume van 100 of meer ingrepen per jaar tot betere
perioperatieve uitkomsten leidt [
5
].
Dat volume een belangrijke factor voor uitkomst is,
wordt gesteund door de bevindingen vanuit het
Santeonproject ‘Zorg voor Uitkomst’ (ZvU) dat sinds 2013 de
uitkomsten voor alle prostaatkankerpatiënten binnen de
Santeon-groep monitort. Uit deze analyse bleek dat in de
hoogvolume chirurgische centra de uitkomsten beter waren
dan in de laagvolumecentra, zowel wat betreft oncologische
uitkomsten (snijvlakken en postoperatief onmeetbaar PSA),
als het percentage chirurgische complicaties. Deze
bevinding heeft er mede toe bijgedragen dat twee relatief dicht
bij elkaar gelegen Santeon-partners, Catharina
Ziekenhuis Eindhoven (CZE) en Canisius Wilhelmina Ziekenhuis
(CWZ) Nijme (...truncated)